Heer, uw vriend is ziek

Here, zie, die Gij liefhebt, is ziek. Joh. 11:3

In Johannes 11:1 staat “er was iemand ziek”. Dat is een herkenbare situatie, ook in onze levens krijgen we, net als in het leven van Lazarus en zijn zussen, te maken met ziekte en dood. We kunnen het aan ons hart krijgen, kanker is een veelgehoorde ziekte of allerlei andere lichamelijke ziekten. Maar we kunnen ook geestelijk ziek worden, depressiviteit, overspannenheid of burn outs zijn ziekten waar iedereen wel eens mee te maken heeft gehad in zijn of haar omgeving. Het is goed om eens nader te bezien hoe Maria en Martha omgingen met de ziekte van hun broer.

Het eerste wat opvalt, is dat ze het probleem van de ziekte van Lazarus bij de Here Jezus brengen. Ze tonen hiermee van Hem afhankelijk te zijn en het ook in alles van Hem te verwachten. Dit is een hele Bijbelse manier van omgaan met ziekte en/of problemen: “werpt uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u”.

De wijze waarop ze Hem aanspreken is bijzonder nl.: “Here”. In het Grieks is dit “kurios”, dat komt van “kuros” en dat betekent kracht of macht. Ze beseffen dat Hij de macht of kracht heeft hun broer te genezen. Het woord “kurios” wordt vaak voor God gebruikt, maar ook voor een eigenaar of bezitter van iets of iemand. De zusters beseffen dat ze, net als Lazarus (en ook wij!), Zijn eigendom zijn en dat het daarom goed is hun zorg bij Hem, de Eigenaar te brengen.

Het volgende dat opvalt, is dat er een liefdeband is tussen de Here Jezus en Lazarus: “die Gij liefhebt”. Als we de lijn doortrekken naar onze eigen situatie is het ook zo dat er vaak een liefdeband is tussen de Here en onszelf, familieleden of bekenden die ziek zijn. Deze manier van aanspreken spreekt van een warme en intieme relatie met de Here Jezus.

Verder valt op dat ze hun zorg als het ware “neutraal” aan Hem voorleggen. Ze vragen niet om genezing, ze claimen geen herstel of id. het enige wat ze doen is hun nood bij Hem bekend maken. En dat is erg mooi, want ze leggen op deze manier de volle verantwoordelijkheid bij Hem. Wij kunnen nog wel eens geneigd zijn om de Here te bestoken in het gebed met onze wensen of vragen om herstel en genezing of we beleggen of bezoeken genezingsdiensten. (door zo te handelen, en dat beseffen we vaak niet, “beperken” we God tot het niveau van ons denken en begrijpen. God is echter oneindig veel groter en Zijn mogelijkheden zijn dus ook veel groter, Zijn gedachten zijn hoger dan onze gedachten). We vinden niets van dit alles terug bij deze zusters. Hun probleem maken ze bekend bij Hem en ze laten het vervolg volledig aan Hem over.

De reactie van de Here Jezus is opmerkelijk in vers 6: “toen Hij dan hoorde, dat hij ziek was, bleef Hij daarop nog twee dagen ter plaatse, waar Hij was”. Maria en Martha hebben waarschijnlijk gedacht of minstens gehoopt dat Hij direct naar Lazarus zou gaan, toch doet de Here Jezus dit niet.

Waarom niet? Deze reden was voor de beide zusters onbekend, maar de Here Jezus had een groter plan, de reden, Zijn motivatie, dat Hij niet direct naar Lazarus ging staat in vers 4 “Toen Jezus het hoorde, zeide Hij: Deze ziekte is niet ten dode, maar ter ere Gods”. De beide zusters kenden deze reden niet en zo is het ook vaak in onze levens. Er kunnen in onze levens dingen gebeuren die wij niet begrijpen of die wij graag anders zouden willen zien. De vraag is echter wat is het plan van God in ons leven met deze omstandigheid en durven wij volledig op Hem te vertrouwen? De ziekte van Lazarus paste in Zijn plan, want het was ter ere van God. Dat is belangrijk, de eer van God. De Here Jezus wilde deze ziekte gebruiken om God te eren en vers 4b “opdat de Zoon van God erdoor verheerlijkt worde”. Het hele leven van de Here Jezus was gericht op het verheerlijken en grootmaken van God, in alles.

Dit motief van Hem was, zoals gezegd, niet bekend bij Maria en Martha. Ook wij weten vaak niet de reden waarom er zaken in ons of in het leven van mensen waarvan we houden gebeuren. Het is goed om onszelf, dat geldt ook voor mij (!) heel eerlijk af te vragen wat ons diepste motief is. Met andere woorden zijn we gericht op genezing of zijn we gericht op de eer van God? Ik kan deze vraag natuurlijk voor niemand beantwoorden, maar het is goed om hier eens heel eerlijk over na te denken.

Ik heb een broeder gekend die ernstig ziek was. Hij zei op een gegeven moment dat hij niet bad om genezing, maar dat hij bad dat God hem in of tijdens zijn ernstige ziekte kon gebruiken tot Zijn eer. Dat was overgave aan zijn Eigenaar. Hij trok daarbij een parallel naar de psalmen 61 t/m 63. In Psalm 61 gaat het over een roepen tot God, vers 2. In Psalm 62 gaat het over het stil zijn voor God, vers 2 en in Psalm 63 is het een verkleefd zijn aan God, vers 9. Verkleefd zijn wil zeggen volkomen één zijn met God, overgave dus. We moeten allemaal in ons leven leren te roepen tot God, dan te groeien naar stil zijn voor Hem (in alle omstandigheden) en tenslotte te komen tot een verkleefd zijn met Hem. Wat er dan ook gebeurt we vertrouwen op Hem en weten ons geborgen bij Hem. Niet de omstandigheden: ziekte, problemen, werkloosheid bepalen dan onze gesteldheid, maar Zijn aanwezigheid.

In Joh. 11:40 staat “indien gij gelooft, de heerlijkheid Gods zien zult”. Dit werd realiteit voor de zusters Maria en Martha. De opstanding van Lazarus was een geweldig getuigenis van de macht en kracht van God. Stel dat de zussen hadden gebeden en gevraagd om genezing en stel dat de Here direct was gekomen en Lazarus had genezen was het heel anders gegaan. Hij had echter een beter, groter doel: de verheerlijking van God.

Durven wij de geloofsstap te wagen en volkomen te vertrouwen op Hem, ook als we ziek zijn of grote problemen hebben? De belofte dat we de heerlijkheid van God zullen zien geldt dan ook voor ons! Hoe, wanneer en op welke wijze weet ik niet, dat mogen we ook aan Hem overlaten. Hij heeft het allerbeste met ons voor, elke situatie wil Hij gebruiken om ons op te voeden, te veranderen naar Zijn beeld en om zodoende God te verheerlijken.

Elke gelovige zit op de leerschool van het geloof. Dagelijks staan er twee lessen op het programma, die we in de praktijk moeten toepassen en dat zijn de lessen: leren en afleren. Afleren te vertrouwen op eigen inzicht, verstand, (goede) baan etc. en leren volkomen te vertrouwen op Hem. Hij leert en onderwijst ons aangaande de weg die we moeten gaan, ieder heel persoonlijk zijn of haar eigen weg. (Ps.32:8). De ene gelovige is wat verder op de weg dan de andere gelovige, allemaal mogen we deze weg gaan met vallen en opstaan. God is getrouw, ook al falen wij. De apostel Paulus heeft veel ellende mee gemaakt en zijn ervaring is: ik heb geleerd genoegen te nemen met de omstandigheden, zowel overvloed als gebrek. Zijn conclusie was: “Ik vermag alle dingen in Hem die mij kracht geeft”. Dat u en ik op onze geloofsweg tot dezelfde conclusie mogen komen, Paulus was anders dan u, jij en ik, maar de God van Paulus is ook onze God, Hij is onveranderlijk!